Top 10 Meeste Gezochte Woorden In Het Van Dale Woordenboek In April 2015
Bij Van Dale denk je aan woordenboeken, maar wist je dat Van Dale ook taaltrainingen geeft? Sinds de opmars van internet heeft Van Dale een aantal online services gelanceerd, waaronder het Gratis Woordenboek. Dit lijstje bevat de top 10 opgezochte woorden van April 2015.
10. DATUM
da·tum (de; m; meervoud: datums, data) zie data
1. (vermelding van) dag, maand en jaar; dagtekening
9. MOREEL
mo·reel (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord)
1. gegrond op het innerlijk gevoel van goed en kwaad: ergens moreel toe verplicht zijn
mo·reel (het; o)
1. iemands innerlijke krachten als een geheel beschouwd: het moreel van de troepen
8. BEDRIJF
be·drijf (het; o; meervoud: bedrijven)
1. onderneming, zaak: ik werk voor een groot bedrijf
2. collectieve naam voor zaken, fabrieken van dezelfde soort: het bouwbedrijf
3. deel van een toneelstuk
4. werking; in bedrijf stellen
be·drij·ven (bedreef, heeft bedreven)
1. doen, verrichten
7. ALTERNATIEF
al·ter·na·tief (bijvoeglijk naamwoord)
1. de keus latend tussen twee zaken of mogelijkheden: alternatieve plannen; alternatieve geneeswijzen, alternatieve straffen andere dan de gebruikelijke
2. anders dan de massa: alternatieve types
al·ter·na·tief (het; o; meervoud: alternatieven)
1. de andere van twee mogelijkheden die zich voordoen
6. IMPULS
im·puls (de; m; meervoud: impulsen)
1. prikkel, stimulans: het akkoord gaf de economie een stevige impuls
5. OPDRACHT
op·dracht (de; v(m); meervoud: opdrachten)
1. hetgeen opgedragen is; taak
2. het opdragen (2): de opdracht van een boek
3. woorden waarmee de opdracht (2) plaatsvindt
4. FACTUUR
fac·tuur (de; v; meervoud: facturen)
1. lijst van geleverde goederen of diensten met prijsvermelding
3. MITS
mits (voegwoord)
1. op voorwaarde dat: ik zal het door de vingers zien, mits je het nooit weer doet
mits (het; o; meervoud: mitsen)
1. voorwaarde: veel mitsen en maren
2. PRAGMATISCH
prag·ma·tisch (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord)
1. gericht op feiten, inspelend op de praktijk; zakelijk
1. OVERREDEND
over·re·den (overreedde, heeft overreed)
1. met argumenten overhalen
over·rij·den (overreed, heeft overreden)
1. omverrijden: met een auto overrijden
Ben je op zoek naar de betekenis van een woord, kan kun je het opzoeken in het Gratis Woordenboek.