Top 10 Meeste Gezochte Woorden In Het Van Dale Woordenboek In April 2015

Boeken Taal 2015-04-28

Bij Van Dale denk je aan woordenboeken, maar wist je dat Van Dale ook taaltrainingen geeft? Sinds de opmars van internet heeft Van Dale een aantal online services gelanceerd, waaronder het Gratis Woordenboek. Dit lijstje bevat de top 10 opgezochte woorden van April 2015.

10. DATUM

da·tum (de; m; meervoud: datums, data) zie data

1. (vermelding van) dag, maand en jaar; dagtekening

9. MOREEL

mo·reel (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord)

1. gegrond op het innerlijk gevoel van goed en kwaad: ergens moreel toe verplicht zijn

mo·reel (het; o)

1. iemands innerlijke krachten als een geheel beschouwd: het moreel van de troepen

8. BEDRIJF

be·drijf (het; o; meervoud: bedrijven)

1. onderneming, zaak: ik werk voor een groot bedrijf

2. collectieve naam voor zaken, fabrieken van dezelfde soort: het bouwbedrijf

3. deel van een toneelstuk

4. werking; in bedrijf stellen

be·drij·ven (bedreef, heeft bedreven)

1. doen, verrichten

7. ALTERNATIEF

al·ter·na·tief (bijvoeglijk naamwoord)

1. de keus latend tussen twee zaken of mogelijkheden: alternatieve plannen; alternatieve geneeswijzen, alternatieve straffen andere dan de gebruikelijke

2. anders dan de massa: alternatieve types

al·ter·na·tief (het; o; meervoud: alternatieven)

1. de andere van twee mogelijkheden die zich voordoen

6. IMPULS

im·puls (de; m; meervoud: impulsen)

1. prikkel, stimulans: het akkoord gaf de economie een stevige impuls

5. OPDRACHT

op·dracht (de; v(m); meervoud: opdrachten)

1. hetgeen opgedragen is; taak

2. het opdragen (2): de opdracht van een boek

3. woorden waarmee de opdracht (2) plaatsvindt

4. FACTUUR

fac·tuur (de; v; meervoud: facturen)

1. lijst van geleverde goederen of diensten met prijsvermelding

3. MITS

mits (voegwoord)

1. op voorwaarde dat: ik zal het door de vingers zien, mits je het nooit weer doet

mits (het; o; meervoud: mitsen)

1. voorwaarde: veel mitsen en maren

2. PRAGMATISCH

prag·ma·tisch (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord)

1. gericht op feiten, inspelend op de praktijk; zakelijk

1. OVERREDEND

over·re·den (overreedde, heeft overreed)

1. met argumenten overhalen

over·rij·den (overreed, heeft overreden)

1. omverrijden: met een auto overrijden

Ben je op zoek naar de betekenis van een woord, kan kun je het opzoeken in het Gratis Woordenboek.